De regen striemt tegen de ramen van de Intercity van Utrecht naar Schiphol. Naast me een plastic tasje met daarin ‘yet another jeans’. Waarschijnlijk #12 in mijn kast. Retail therapy was altijd een uiterst effectief middel tegen voorjaarsblues en een NS depressie, maar er knaagt iets aan me. ‘Knabbel’ is in dit geval een lichte guilttrip over het feit dat ik:
a) weer iets heb gekocht dat ik per definitie niet nodig heb;
b) in vertwijfeling toch niet koos voor het ecologische model, maar voor de variant die me een uitermate goed achterwerk bezorgde;
c) mijn talent als economista definitief kan wegstrepen op mijn trend cv.
MEGA ECO EN SUSTAINABILITY TREND In onze tijdsgeest is ‘guilt’ een irritante ‘imaginary friend’ die te pas en te onpas oppopt wanneer je iets koopt. Een paar jaar geleden bleef het schuldgevoel nog beperkt tot het overschrijden van maandbudget, maar onder invloed van de mega Eco en Sustainability Trend is Knabbel uitgegroeid tot een zevenkoppig monster. Is de grondstof oké? Is er ergens sprake van economische uitbuiting? Zijn de werkomstandigheden van de fabrieken naar behoren? Verdringt dit internationale merk niet onze lokale winkels? Zijn de marketing uitingen conform het feministisch manifest? Er komt geen einde aan.
WEL TE VERTROUWEN? Verantwoord consumeren vergt diepgaande research, uitgebreide checklists en een ijzeren discipline en dan gaat het niet alleen over jeans, maar ook over wasverzachter, chocolade, bankproducten en mobiele telefoons. It’s a jungle out there. Om het nog ingewikkelder te maken weet niemand meer of al die bio claims wel te vertrouwen zijn. Een biefstuk bij een gemiddeld eetcafe kan namelijk net zo goed de verzorgpony van je nichtje zijn en de auto die je vorig jaar vol trots aanschafte blijkt ineens in het bezit van sjoemelsoftware. Verwarring al om, maar trend technisch is er hoop.
IT’S GOOD ENOUGH Langzaam aan krijgt de ‘It’s good enough’, gedachte meer voet aan de grond. Omdat we ons realiseren dat we het nooit allemaal peachy perfect kunnen krijgen, zie je nu de eerste signalen oppoppen van een tendens waarin juist het niet perfecte wordt gewaardeerd, modellen met flaporen, de populaire fuck-up nights van gestrande start-ups die zonder schroom hun falen delen en zo is daar ook de eco-light trend. In de wetenschap dat ‘alles goed doen’ een onbegonnen zaak is, staan we ons zelf toe te kiezen voor wat wij echt belangrijk vinden. De een zal daarom alleen maar biodynamische kipfilet van de kippenboer om de hoek eten, maar wel kiezen voor een non-fair-phone. De ander legt het internationale investeringsbeleid van zijn bank onder de loep terwijl hij wel zijn Saab Turbo Diesel met een verbruik van 1 op 8, laat loeien in de binnenstad.
MILDHEID GEEFT LUCHT Voetje voor voetje slaan we het eco en sustainability pad in. De eco trend begon ergens in de jaren zeventig, met een aantal vreemde vogels in geitenwollen sokken die in muffig ruikende winkeltjes brood kochten waarmee je met gemak iemand hersenletsel kon bezorgen. In de trendlijn zie je vaak dat grote trends, die radicaal beginnen uiteindelijk in mildere vorm het grote publiek bereiken. Meer en meer boeken we hotels die eco georiënteerd zijn zoals het onlangs geopende Element hotel aan het Gelderlandplein, schakelen we toch over op shampoo zonder parabenen, leg ik dat iets te goedkope t-shirt terug in de bak en recycle jij je olijfolie fles door hem te laten hervullen. We maken individuele keuzes waarmee we ons eco palet steeds verder vullen en die mildheid geeft lucht. Echte verandering komt van mensen die doen, hoe klein de stapjes ook zijn die ze zetten. Leidt Light Green daarmee uiteindelijk tot Fulll Green? The Future Will Tell…